De eerste dagen na de gastric bypass
7 april 2016. Ik werd wakker. Paniek. Slapen en waken wisselden zich af. Ik lag in de koudste ruimte in het universum. Mijn haar hing vol kots. Of was het bloed? Of allebei? Ik had raar gedaan op de verkoeverkamer, al besefte ik dat maar pas een paar uur later. Geroepen, verpleegsters proberen vastnemen,… Mijn broer zou me bij het begin van het bezoekuur komen bezoeken. Mijn operatie was om 8u ’s ochtends, maar pas om 15u werd ik naar de kamer gebracht. Ik had moeite om uit de narcose te komen. Alles deed zeer.
Mijn broer vertelde dingen en vroeg dingen, maar ik wilde eigenlijk enkel maar alleen zijn. Ik zag er niet uit. Ik was helemaal geen zus om trots op te zijn, zoals hij wel beweerde. Ik moest overgeven. Na een dik uur viel ik in slaap. Toen ik wakker werd was mijn broer weg. Ik zag flarden van tv-programma’s als Friends, Modern family,… Al die komische series die in de vooravond spelen. Die dag kreeg ik niets te eten of te drinken. Honger had ik niet. Ik bestond enkel nog. Die eerste nacht was de hel. Ik had verschrikkelijke pijnen in mijn schouder (een bijwerking van het opblazen van de buik tijdens een kijkoperatie) en dacht zelfs dat ik een hartaanval zou krijgen (al krijg je dan wel pijn in de tegenovergestelde schouder, maar soit…). Ieder half uur stond er een verpleegster bij mij in de kamer. Mijn drukverbanden om een bloedklonter in mijn been te voorkomen, sneden in mijn vel. Zo dik waren mijn benen. Nu, anderhalf jaar na de operatie, zie je nog steeds een vage, blauwe lijn net onder mijn knie.
De tweede dag mocht ik water drinken. Ik gaf over. Ik had me nog nooit zo zwak gevoeld. Door het warme zonnetje dat binnenscheen, viel ik overdag weer in slaap na een waardeloze nacht. Dokter Defoort kwam langs. Alles was goed gegaan. Een hele uitleg over medicatiegebruik en dat ik moest proberen wandelen. Een verpleegster hielp om mij te wassen en ze ‘dat het allemaal nog goed meeviel met mij’ en ‘dat ze wel ergere gevallen gezien had’. Nou… Bedankt? Terwijl ik wachtte in een luie stoel, verschoonde de verpleegster mijn bed.
Na alweer een pijnlijke, slapeloze nacht, werd ik wakker gemaakt en kreeg ik een yogurtje en een beetje soep. De diëtiste kwam langs en benadrukte nog eens alle regels over mijn eten. Ik durfde niet meer eten dan de soep, uit schrik om te veel te eten. De verpleegster wilde mijn yogurtje komen weghalen, maar ik klampte eraan vast alsof ik drie dagen niets gegeten had… Of wacht? Groen lachen. Van misselijkheid en van jaloezie omdat ik de mensen in de kamers naast mij hun bestellingen hoorde doorgeven voor het middagmaal. Ik snakte naar zo’n droge ziekenhuismaaltijd.
Het yoghurtje at ik een uur later op, want ik wist dat ik de proteïnen nodig had. En dat zou heel lang de enige reden zijn om te eten. ‘Ik eet dit, want ik heb dit nodig.’ Net op dat moment kwam Dokter Defoort nog eens kijken. “Het gaat eerst slechter gaan voor het beter wordt,” zei ze en ze knikte naar mijn yogurtje. Ze had het niet enkel over eten. Ik kon geen 200 meter stappen naar de apotheek, ik sliep zo diep (danku narcose) dat ik in mijn bed plaste (dat is maar één keer gebeurd hoor). Ik was zoals die extreem dikke mensen op tv die enkel uit bed komen om naar hun zetel te lopen en ’s avonds omgekeerd. Vrienden kwamen langs om te checken of ik nog oké was of om voor mij te koken. Ik mocht enkel zachte dingen eten: Soep en puree. Ik was weerloos en had zelfmedelijden, maar toch wist ik toen ook: Dit is de beste beslissing van mijn leven…